Oproep aan Tweede Kamer: behandel Nederlandse ratificatie CETA voordat het verdrag op 1 juli voorlopig in werking treedt
Door uitstel aan Canadese zijde is het Europees-Canadese handelsverdrag CETA niet op 1 april voorlopig in werking getreden als gepland, maar zal dit op 1 juli pas gebeuren. De onverwachte drie maanden extra tijd zou de versgekozen Tweede Kamer volgens Ondernemers van Nu goed kunnen gebruiken om te debatteren en stemmen over de ratificatie van dit handelsverdrag met Canada door Nederland.
Politiek en publiek debat over dit handelsverdrag is belangrijk voor het MKB: De helft van de ondernemers geeft namelijk aan weinig te weten over CETA en slechts eenderde verwacht positieve effecten van dit handelsverdrag, zo blijkt uit een recente Motivaction enquête. In de komende maanden kan de Minister voor International Handel de beloofde impact-analyse van het CETA-verdrag op het MKB aan de Kamer sturen zodat op basis hiervan, goed geïnformeerd, over de Nederlandse ratificatie van CETA gedebatteerd en gestemd kan worden, vóórdat het verdrag voorlopig in werking zal treden.
Dat voorlopige inwerkingtreding van internationale verdragen, moeilijk ongedaan te maken is, bleek wel uit de nasleep van het referendum over het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne. Een dergelijke non-oplossing zou dit keer voorkomen kunnen worden. Niet alle ondernemers uit het Midden-, en Kleinbedrijf (MKB) staan te springen om CETA. Slechts eenderde van de ondervraagde Nederlandse MKB-bedrijven verwacht positieve gevolgen voor het eigen bedrijf CETA en vreest de potentieel ondermijnende werking van investeringsarbitrage, zo blijkt uit een recente Motivaction enquête.
Wel verwachten Nederlandse MKB-bedrijven dat het TTIP-verdrag en het CETA-verdrag positieve effecten zullen hebben op de grote Nederlandse bedrijven. Ongeveer de helft van de Nederlandse MKB-bedrijven verwacht ook dat de handelsverdragen positieve effecten zullen hebben op de Nederlandse economie in het algemeen.
Slechts een derde van het MKB verwacht een positief effect van vrijhandelsverdragen als CETA en TTIP op hun eigen bedrijf of de sector waarin zij werkzaam zijn. Uit een recente Motivaction enquête onder het Nederlandse MKB blijkt dat slechts een kwart van het kleinbedrijf (tot 50 werknemers) een positief effect op het eigen bedrijf en de eigen sector verwacht. Middelgrote ondernemingen zijn iets positiever over de effecten van CETA en TTIP dan kleinere bedrijven. Van het middenbedrijf verwacht ca. 40% positieve effecten op eigen onderneming en de branche waarin ze actief zijn.
Een opvallende uitkomst van de Motivaction enquête is ook dat exporterende MKB-bedrijven relatief vaak denken dat investerings-arbitrage zoals ISDS of ICS, de rechten van hun bedrijf zal ondermijnen (57% tegenover 42% voor niet-exporterende MKB-bedrijven) en dat investerings-arbitrage in het voordeel van buitenlandse bedrijven is en mogelijk de overheid zal beperken (68% tegenover 57% voor niet-exporterende MKB-bedrijven).
Ongeveer de helft van de MKB-ers voelt zich voldoende geïnformeerd over deze vrijhandelsverdragen, waarbij met name kleine bedrijven die niet exporteren aangeven niet erg goed op de hoogte te zijn. Het MKB kijkt met name naar de Nederlandse overheid voor meer informatie over handelsverdragen, hierin ligt dus een mooie opdracht voor de nieuwe Tweede Kamer de komende maanden.